
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RVS:2011:BP7757
- Instantie
- Raad van State
- Datum uitspraak
- 09-03-2011
- Datum publicatie
- 16-03-2011
- Zaaknummer
-
201008538/2/H3
- Rechtsgebieden
-
Bestuursrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Voorlopige voorziening
- Inhoudsindicatie
-
Bij besluit van 16 december 2008 (hierna: het verkeersbesluit) heeft het college besloten om het Keern gesloten te verklaren voor motorvoertuigen vanaf het punt direct ten noorden van de aansluiting met de Provincialeweg over een lengte van circa 25 meter in noordelijke richting, met uitzondering van lijnbussen.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
201008538/2/H3.
Datum uitspraak: 9 maart 2011.
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 22 juli 2010 in zaak nr. 09/1575 in het geding tussen:
[verzoeker]
en
het college van burgemeester en wethouders van Hoorn.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2008 (hierna: het verkeersbesluit) heeft het college besloten om het Keern gesloten te verklaren voor motorvoertuigen vanaf het punt direct ten noorden van de aansluiting met de Provincialeweg over een lengte van circa 25 meter in noordelijke richting, met uitzondering van lijnbussen.
Bij besluit van 18 mei 2009 heeft het college het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 22 juli 2010, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door [verzoeker] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 augustus 2010, hoger beroep ingesteld.
Ter zitting bij de Afdeling op 22 februari 2011, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Afdeling heeft het verzoek ter zitting behandeld op 22 februari 2011, waar [verzoeker], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door G.R.M. Koopman, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden in zaak nr. 201008538/1/H3, heeft de Afdeling op het hoger beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen.
2.2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, ambtenaar van staat.
w.g. Lubberdink w.g. Klein
voorzitter ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2011.
280-697.