
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RVS:2010:BL8645
- Instantie
- Raad van State
- Datum uitspraak
- 17-03-2010
- Datum publicatie
- 24-03-2010
- Zaaknummer
-
200907117/3/M2
- Rechtsgebieden
-
Bestuursrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Voorlopige voorziening
- Inhoudsindicatie
-
Bij besluit van 16 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet een verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot de paardenhouderij van [verzoeker] aan [locatie] te [plaats] afgewezen. Bij besluit van 25 augustus 2009 heeft het college het door [bezwaarmakers] hiertegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en alsnog een last onder dwangsom opgelegd met betrekking tot de paardenhouderij aan [locatie].
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
200907117/3/M2.
Datum uitspraak: 17 maart 2010
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker], wonend te [woonplaats],
en
het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 december 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet een verzoek om toepassing van bestuurlijke handhavingmiddelen met betrekking tot de paardenhouderij van [verzoeker] aan [locatie] te [plaats] afgewezen. Bij besluit van 25 augustus 2009 heeft het college het door [bezwaarmakers] hiertegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en alsnog een last onder dwangsom opgelegd met betrekking tot de paardenhouderij aan [locatie].
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 2 oktober 2009, beroep ingesteld. [verzoeker] heeft zijn beroep aangevuld bij brief van 26 oktober 2009.
Bij besluit van 22 december 2009 heeft het college het besluit van 25 augustus 2009 gewijzigd en een nieuwe last onder dwangsom opgelegd.
Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 januari 2010, heeft [verzoeker] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 25 februari 2010, waar [verzoeker], in persoon en bijgestaan door mr. R.H. van Dijke, advocaat te Apeldoorn, en het college, vertegenwoordigd door J. Korterink, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn [bezwaarmakers], vertegenwoordigd door ing. T. van de Beek, ter zitting als partij gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van heden in zaak nr. 200907117/1/M2 heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding en bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
2.2. Gelet op de uitkomst in zaak nr. 200907117/1/M2 ziet de voorzitter aanleiding het college te gelasten het door [verzoeker] voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht te vergoeden. Voorts dient het college ten aanzien van [verzoeker] op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld.
3. Beslissing
De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. wijst het verzoek af;
II. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 437,00 (zegge: vierhonderdzevenendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W.C.E. Hammerstein-Schoonderwoerd, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van Staat.
w.g. Hammerstein-Schoonderwoerd w.g. Van der Zijpp
voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 17 maart 2010
262-628.