
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RVS:2005:AT4741
- Instantie
- Raad van State
- Datum uitspraak
- 27-04-2005
- Datum publicatie
- 27-04-2005
- Zaaknummer
-
200410212/1
- Rechtsgebieden
-
Omgevingsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Bij besluit van 31 maart 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort (hierna: het college) aan Heijmans Vastgoed Realisatie (hierna te noemen: Heijmans) bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woongebouw met 46 woningen, commerciële ruimten en stallingsgarage, kadastrale aanduiding AMFOO, sectie H, no. 3370 (gedeeltelijk), plaatselijk bekend Puntenburg, blok C te Amersfoort.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
200410212/1.
Datum uitspraak: 27 april 2005
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], gevestigd te [plaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 10 november 2004 in het geding tussen:
appellante
en
het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort.
1. Procesverloop
Bij besluit van 31 maart 2003 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort (hierna: het college) aan Heijmans Vastgoed Realisatie (hierna te noemen: Heijmans) bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woongebouw met 46 woningen, commerciële ruimten en stallingsgarage, kadastrale aanduiding AMFOO, sectie H, no. 3370 (gedeeltelijk), plaatselijk bekend Puntenburg, blok C te Amersfoort.
Bij besluit van 18 juli 2003 heeft het college het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 10 november 2004, verzonden op 15 november 2004, heeft de rechtbank Utrecht (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft appellante bij brief van 14 december 2004, bij de Raad van State ingekomen op 15 december 2004, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 7 januari 2005. Deze brieven zijn aangehecht.
Bij brief van 2 februari 2005 heeft het college van antwoord gediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 19 april 2005, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. J. Witvoet, advocaat te De Bilt, en het college, vertegenwoordigd door mr. E.J. van Eyck, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen.
2. Overwegingen
2.1. In hoger beroep heeft appellante haar in beroep naar vorengebrachte standpunt herhaald, dat voor het bouwplan een onjuiste parkeernorm is gehanteerd en dat niet aan de vereiste norm wordt voldaan.
De rechtbank is daarop in de aangevallen uitspraak ingegaan en heeft op goede gronden geoordeeld dat het bouwplan voldoet aan de in het bestemmingsplan opgenomen parkeernormen.
Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat de rechtbank van onjuiste uitgangspunten is uitgegaan.
Ook falen de nader in hoger beroep aangevoerde argumenten. Het door appellante genoemde Themacentrum met de daarbij behorende parkeerplaatsen valt buiten het gebied waarop het bouwplan betrekking heeft en niet is gebleken dat het voorlopig niet realiseren van dat centrum zal leiden tot een aanmerkelijke toename van de parkeerbehoefte ter plaatse.
2.2. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. H. Troostwijk, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, ambtenaar van Staat.
w.g. Troostwijk w.g. Steinebach-de Wit
Lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 27 april 2005
328.