
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ1153
- Instantie
- Rechtbank Utrecht
- Datum uitspraak
- 31-01-2011
- Datum publicatie
- 07-07-2011
- Zaaknummer
-
16/711312-09
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - meervoudig
- Inhoudsindicatie
-
verlenging proeftijd tul met 1 jaar
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16/711312-09
Beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging ex artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht
In de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen
[veroordeelde],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de P.I. Utrecht, Huis van Bewaring, locatie Nieuwegein,
heeft de officier van justitie de tenuitvoerlegging gevorderd van een aan veroordeelde opgelegde straf. Op deze vordering heeft de rechtbank de volgende beslissing gegeven.
1. De procedure
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- het vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Utrecht d.d. 19 oktober 2009;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 31 januari 2011;
- de overige stukken.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 1 maart 2011 is de officier van justitie gehoord. Tevens is de veroordeelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. E. Schoneveld, advocaat te Amsterdam.
2. De beoordeling
Aan veroordeelde is bij voormeld vonnis van 19 oktober 2009 een gevangenisstraf opgelegd voor de duur van 12 maanden, met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet opnieuw schuldig zal maken aan een strafbaar feit. Bij dit vonnis zijn tevens twee bijzondere voorwaarden gesteld, namelijk 1) dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens Reclassering Nederland en
2) dat veroordeelde zich zal laten opnemen in de Roosenburg te Den Dolder, te weten een forensische psychiatrische afdeling, onderdeel van Altrecht, gedurende de termijn van één jaar of zoveel korter als de leiding van de inrichting in overleg met de reclassering wenselijk acht.
Voormeld vonnis is onherroepelijk geworden op 3 november 2009.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie dient te worden afgewezen en dat de proeftijd met één jaar dient te worden verlengd.
3. De beslissing
De rechtbank wijst de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie d.d. 31 januari 2011 af en verlengt de proeftijd met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. Wassing, voorzitter, mr. G. Perrick en mr. S. Wijna, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.F.R. Storij en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 maart 2011.