
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBUTR:2010:BO1760
- Instantie
- Rechtbank Utrecht
- Datum uitspraak
- 14-10-2010
- Datum publicatie
- 26-10-2010
- Zaaknummer
-
FT-RK 10.991
- Rechtsgebieden
-
Insolventierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Moratorium. Kernwoorden: faillissement, schuldsanering, moratorium, toewijzing, art. 305 Fw.
Het verzoek tot toepassing van een moratorium inzake de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis wordt toegewezen. Schuldeiser heeft geen verweer gevoerd.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer: FT-RK 10.991
uitspraakdatum: 14 oktober 2010
moratorium
enkelvoudige kamer
in de zaak van
[verzoeksterer],
geboren op [1979] te [geboorteplaats],
wonende [adres], [woonplaats],
hierna te noemen: verzoekster,
is door verzoekster tegelijk met het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een verzoek ingediend tot het instellen van een moratorium als bedoeld in artikel 287b Faillissementswet (Fw).
1. Het verzoek
De gevraagde voorziening houdt in:
het van toepassing verklaren van artikel 305 Fw.
Verzoekster heeft aan het verzoek ten grondslag gelegd dat zij poogt een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers overeen te komen dan wel - als dat niet lukt - toelating tot de schuldsaneringsregeling zal verzoeken. De gevraagde voorziening is volgens verzoekster noodzakelijk om rust te creëren, zodat de minnelijke schuldregeling kans van slagen heeft.
2. Het verweer
De schuldeiser op wie de gevraagde voorziening betrekking heeft, is opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoek. Ter terechtzitting is de schuldeiser niet verschenen. Ook op andere wijze heeft de schuldeiser geen verweer gevoerd.
3. Beoordeling
De schuldhulpverlener die de gevraagde voorziening heeft ingediend, is opgeroepen voor de mondelinge behandeling van het verzoek. Ter terechtzitting is de schuldhulpverlener niet verschenen. Ook op andere wijze heeft de schuldhulpverlener geen mondelinge toelichting op het verzoek gegeven. De verzoekster is verschenen, en is gehoord. De rechtbank is van oordeel dat gevraagde voorziening noodzakelijk en gerechtvaardigd is teneinde verzoekster in staat te stellen in het minnelijk traject tot overeenstemming met haar schuldeisers te komen over een minnelijke schuldregeling.
Indien verzoekster gedurende de looptijd van dit moratorium een minnelijke schuldregeling met haar schuldeisers tot stand brengt, dient zij dit zo spoedig mogelijk aan de rechtbank te melden en daarbij het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling in te trekken.
Dit leidt tot de volgende beslissing.
4. Beslissing
De rechtbank
- schort de tenuitvoerlegging op van het op 1 september 2010 op verzoek van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalelektro uitgesproken vonnis tot ontruiming van [adres], [woonplaats] voor de duur van deze voorziening en verlengt de huurovereenkomst zoals deze tussen partijen bestaat of bestond voor de duur van deze voorziening;
- bepaalt dat genoemde voorziening geldt voor de duur van zes maanden;
- bepaalt dat de voorziening in ieder geval vervalt op het moment dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt ingetrokken dan wel een beslissing daarop in kracht van gewijsde is gegaan;
- bepaalt dat genoemde voorziening slechts geldt zolang aan de lopende verplichtingen uit de rechtsverhouding waar het moratorium betrekking op heeft wordt voldaan;
- bepaalt dat degene die namens verzoekster de buitengerechtelijke schuldregeling uitvoert, uiterlijk twee weken vóór het aflopen van de getroffen voorziening verslag uitbrengt als bedoeld in artikel 287b zesde lid Fw.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.F. van Vugt en in het openbaar uitgesproken op
14 oktober 2010.