
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBROT:2020:1553
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 18-02-2020
- Datum publicatie
- 21-02-2020
- Zaaknummer
-
FT EA 20/5
- Rechtsgebieden
-
Insolventierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling, artikel 288 Faillissementswet. Verzoekster volgt een voltijdse opleiding. Het volgen van een dergelijke opleiding verdraagt zich niet het met uitgangspunt dat verzoekster de verplichting heeft om zich gedurende drie jaar lang tot het uiterste in te spannen om zoveel mogelijk geld te verdienen voor haar schuldeisers.
- Wetsverwijzingen
-
Faillissementswet 288
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 18 februari 2020
[verzoekster] ,
[adres verzoekster]
[woonplaats verzoekster] ,
verzoekster.
1 De procedure
Verzoekster heeft op 2 januari 2020 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoekster is gehoord ter terechtzitting van 11 februari 2020.
2 De feiten
Verzoekster ontvangt inkomsten uit studiefinanciering. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet € 9.776,52.
3 De beoordeling
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt slechts toegewezen als, onder andere, voldoende aannemelijk is dat verzoekster de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven. De rechtbank oordeelt dat dit in het voorliggende geval niet aannemelijk is.
Ter zitting is gebleken dat verzoekster een voltijdse opleiding volgt. Ze hoopt in de zomer van 2021 haar diploma te halen. Gedurende de tijd dat zij deze opleiding volgt kan zij niet aan haar sollicitatieverplichting/arbeidsverplichting voldoen. Het volgen van een dergelijke opleiding verdaagt zich niet met het uitgangspunt dat verzoekster de verplichting heeft om zich gedurende drie jaar lang tot het uiterste in te spannen om zoveel mogelijk geld te verdienen voor haar schuldeisers.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.
4 De beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van mr. L. Timmermans, griffier, in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2020. 1
1 Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.