
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBROT:2020:1411
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 03-02-2020
- Datum publicatie
- 26-02-2020
- Zaaknummer
-
C/10/588298 / JE RK 19-3823
- Rechtsgebieden
-
Personen- en familierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Beschikking
- Inhoudsindicatie
-
Verzoek inzake verlenging ondertoezichtstelling.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK ROTTERDAM
Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/588298 / JE RK 19-3823
datum uitspraak: 3 februari 2020
beschikking verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende
[naam minderjarige] ,
geboren op [geboortedatum minderjarige] 2009 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder] ,
hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,
[naam oma mz] ,
hierna te noemen oma mz, wonende te [woonplaats oma mz] .
Het procesverloop
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 9 december 2019, ingekomen bij de griffie op 19 december 2019.
Op 3 februari 2020 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord is:
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam vertegenwoordiger] .
Opgeroepen en niet verschenen zijn:
- de moeder,
- de grootmoeder (moederszijde).
De feiten
Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] verblijft deels bij de grootmoeder en deels bij de moeder.
Bij beschikking van 5 augustus 2019 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 14 februari 2020. Bij deze beschikking is tevens een machtiging tot uithuisplaatsing in een netwerkpleeggezin, te weten de grootmoeder moederszijde, verlengd tot 14 februari 2020.
Het verzoek
De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] verblijft drie dagen per week bij de moeder en vier dagen per week bij de grootmoeder. Het contact tussen [voornaam minderjarige] en de moeder wordt opgebouwd en dit verloopt goed. De moeder is gegroeid in haar ontwikkeling. [voornaam minderjarige] zit op speciaal onderwijs waar hij hulpverlening krijgt. Ook vanuit Middin is hulpverlening ingeschakeld, zowel voor [voornaam minderjarige] als voor de moeder.
De beoordeling
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat zowel [voornaam minderjarige] als de moeder vooruitgang laten zien. De moeder kampte met depressieve gevoelens, kon weinig structuur bieden in de thuissituatie en er waren zorgen over de pedagogische vaardigheden van de moeder. Voor de moeder is hulpverlening vanuit Middin ingezet waar zij goed aan meewerkt. Het merendeel van de zorgen is weggenomen en het merendeel van de gestelde doelen is behaald. De ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] jongere broertje en zusje is reeds afgesloten. Naast hulpverlening voor de moeder is ook hulpverlening voor de problematiek van [voornaam minderjarige] ingezet. Omdat het zowel met de moeder als met [voornaam minderjarige] inmiddels beter gaat, zijn de contacten de afgelopen periode geïntensiveerd. [voornaam minderjarige] verblijft drie dagen per week bij de moeder. Het is de bedoeling dat [voornaam minderjarige] weer volledig bij zijn moeder gaat wonen. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is noodzakelijk om de thuisplaatsing van [voornaam minderjarige] te monitoren. Middin dient de thuisplaatsing te begeleiden om ervoor te zorgen dat de moeder de positieve lijn voortzet.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengen voor de duur van zes maanden.
Volgens het gezinsplan dienden de komende zes maanden de volgende doelen behaald te worden:
- [voornaam minderjarige] heeft duidelijkheid met betrekking tot zijn toekomstperspectief;
- [voornaam minderjarige] krijgt GGZ behandeling;
- De moeder en de grootmoeder krijgen ondersteuning van professionals bij de opvoeding en verzorging van [voornaam minderjarige] (pleegzorg en Middin).
De beslissing
De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 14 augustus 2020;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2020 door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 12 februari 2020. |
||
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld: - door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak, - door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden. Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof |
||