
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBROT:2019:7905
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 11-07-2019
- Datum publicatie
- 17-10-2019
- Zaaknummer
-
AWB - 19 _ 253
- Formele relaties
-
Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2020:1746, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Proces-verbaal
- Inhoudsindicatie
-
De echtgenote van eiser woont niet in Nederland om de enkele reden dat zij het inburgeringsexamen niet met succes heeft afgelegd. Geen sprake van een door betrokkenen gewilde en duurzame verbreking van de echtelijke samenleving.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 19/253
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
11 juli 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats eiser] , eiser,
gemachtigde: mr. M.C. Noordergraaf,
en
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder,
gemachtigde: mr. P. Stahl-de Bruin.
Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en vergezeld door [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na de sluiting van het onderzoek ter zitting op 11 juli 2019 heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden van de beslissing luiden als volgt.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Overwegingen
Aan het bestreden besluit legt verweerder ten grondslag dat eiser gehuwd is en dat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven. Eiser heeft daarom met ingang van augustus 2017 recht op een ouderdomspensioen naar de gehuwdennorm.
Uitgangspunt in de Algemene Ouderdomswet (AOW) is dat gehuwden een ouderdomspensioen naar de gehuwdennorm ontvangen. Alleen als een belanghebbende aannemelijk maakt dat sprake is van duurzaam gescheiden leven, bestaat er recht op een ouderdomspensioen naar de alleenstaandennorm. Het moet dan gaan om een door beide betrokkenen, of één van hen, gewilde verbreking van de echtelijke samenleving. De reden dat eiser en zijn echtgenote niet samen in Nederland wonen is dat dit haar zonder het met succes afleggen van het inburgeringsexamen niet toegestaan is. Eiser en zijn echtgenote hebben echter de wil samen te leven. Van duurzaam gescheiden leven zoals bedoeld in de AOW is in dit geval dan ook geen sprake.
Het bestreden besluit houdt in rechte stand.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is op 11 juli 2019 in het openbaar gedaan door mr. L.A.C. van Nifterick, rechter, in aanwezigheid van mr. N.C. Correa, griffier.
griffier rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.