
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBNNE:2017:5104
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 10-10-2017
- Datum publicatie
- 11-01-2018
- Zaaknummer
-
C/18/163614 / PR RK 15-679
- Rechtsgebieden
-
Bestuursrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Wraking
- Inhoudsindicatie
-
Herstelbeslissing wrakingskamer betreft uitspraak van 9 februari 2016. ECLI:NL:RBNNE:2016:1330
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
zaaknummer: C/18/163614 / PR RK 15-679
herstelbeslissing van de meervoudige kamer van 10 oktober 2017
inzake de beslissing van 9 februari 2016 op het verzoek van
[naam] en [naam] , te [woonplaats] , verzoekers
tot wraking van
mr. P.G. Wijtsma, rechter.
Aanleiding tot verbetering
De rechtbank heeft ambtshalve vastgesteld dat er aanleiding is tot verbetering van de op
9 februari 2016 in deze zaak gegeven beslissing.
De rechtbank heeft verzoekers in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
Bij faxbericht van 5 oktober 2017 hebben verzoekers een reactie aan de rechtbank toegezonden.
Beoordeling
1. De rechtbank is van oordeel dat in de beslissing van 9 februari 2016 sprake is van twee kennelijke fouten, die zich voor eenvoudig herstel lenen. Nu verzoekers het voornemen van de rechtbank om die fouten te herstellen niet hebben weersproken, zal de rechtbank op de volgende punten tot verbetering overgaan.
2. In de laatste zin van overweging 8 van de beslissing wordt artikel 39, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) genoemd. Omdat de hoofdzaak een bestuursrechtelijke procedure is, dient artikel 8:16, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genoemd te worden.
3. Uit de laatste zinnen van de beslissing, op pagina 3, zou ten onrechte kunnen worden begrepen dat de beslissing niet mede is gegeven door mr. M. Griffioen.
Beslissing
De rechtbank
- bepaalt dat overweging 8 van de op 9 februari 2016 gegeven beslissing, waar staat:
‘Op grond van artikel 39, vierde lid, van het Rv bepaalt de rechtbank daarom dat een volgend verzoek tot wraking van de zijde van verzoekers in de onderhavige hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen’
wordt gewijzigd in:
‘Op grond van artikel 8:16, vierde lid, van de Awb bepaalt de rechtbank daarom dat een volgend verzoek tot wraking van de zijde van verzoekers in de onderhavige hoofdzaak niet in behandeling wordt genomen’;
- bepaalt dat de volgende zin:
‘Aldus gegeven door mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, en mr. R.L. Vucsán, lid, in
tegenwoordigheid van mr. H.A. Hulst als griffier. Mr. M. Griffioen is buiten staat’
wordt gewijzigd in:
‘Aldus gegeven door mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, mr. M. Griffioen en
mr. R.L. Vucsán, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A. Hulst als griffier’;
- bepaalt dat deze verbeteringen onder de vermelding van de datum 10 oktober 2017 worden vermeld op de minuut van de beslissing van 9 februari 2016.
Aldus gegeven door mr. P.J. Duinkerken, voorzitter, mr. M. Griffioen en mr. R.L. Vucsán, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A. Hulst als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2017.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op: