
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBNHO:2020:7516
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 20-08-2020
- Datum publicatie
- 28-09-2020
- Zaaknummer
-
HAA 20/2093
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
KNO
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
Viditax (FutD), 28-09-2020
FutD 2020-2854
NTFR 2020/2900
NLF 2020/2151 met annotatie van
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2093
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 augustus 2020 in de zaak tussen
de erven van [X] , te [Z] , eisers
(gemachtigde: J.A. Klaver),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zwolle, verweerder.
Procesverloop
Eisers hebben tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 20 februari 2020 beroep ingesteld.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Gelet op de artikelen 6:5 en 6:6 van de Awb, zijn eisers in verzuim geweest binnen de gestelde termijn een verklaring van erfrecht over te leggen. Bij aangetekend verzonden brief van 15 juni 2020 zijn eisers gewezen op dit verzuim en zijn zij verzocht om dit uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eisers niet aan dit verzoek voldoen, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Nader onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 16 juni 2020 is bezorgd op het kantooradres van gemachtigde.
3. De rechtbank heeft wel een machtiging ontvangen waarin door een tweetal personen aan de gemachtigde toestemming wordt verleend om namens hen bezwaar te maken tegen de aanslag IB/PH 2016, opgelegd aan [X] . Uit de machtiging kan evenwel niet worden opgemaakt of deze door (alle) erfgenamen is afgegeven, en evenmin wie de bevoegdheid heeft de nalatenschap af te wikkelen. Eiseres hebben geen verklaring van erfrecht overgelegd.
4. Eisers hebben geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus niet gebleken van een verontschuldiging voor dit verzuim.
5. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. De uitspraak is gedaan op 20 augustus 2020.
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord. De werking van deze uitspraak wordt opgeschort totdat de termijn voor het instellen van verzet is verstreken of, indien verzet wordt ingesteld, op dat verzet is beslist.