
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBMNE:2019:1261
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 25-03-2019
- Datum publicatie
- 03-04-2019
- Zaaknummer
-
C/16/476897 / JE RK 19-437
- Rechtsgebieden
-
Personen- en familierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
Beschikking
- Inhoudsindicatie
-
Ogv art. 1.1 Jeugdwet is de woonplaats van de jeugdige die onder voogdij van een GI staat de plaats van het werkelijke verblijf. De plaats van het werkelijke verblijf is daarom bepalend voor de bevoegdheid van de rechtbank en niet de vestigingsplaats GI.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
PFR-Updates.nl 2019-0098
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Familierecht
Locatie Utrecht
zaakgegevens : C/16/476897 / JE RK 19-437
datum uitspraak: 25 maart 2019
verwijzingsbeschikking
in de zaak van
de gecertificeerde instelling NIDOS, hierna te noemen de GI,
gevestigd te [vestigingsplaats] .
betreffende
[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .
Het procesverloop
De GI heeft op 7 maart 2019 een verzoekschrift ter griffie van deze rechtbank ingediend. Daarbij is een machtiging verzocht om [voornaam van minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De feiten
Bij beschikking van 15 juli 2015 is [voornaam van minderjarige] onder voogdij gesteld van Stichting Nidos.
Beoordeling van het verzochte
De rechtbank stelt vast dat [voornaam van minderjarige] op dit moment verblijft bij de [naam instelling] te [plaatsnaam] . Op grond van het bepaalde in artikel 1.1 van de Jeugdwet is de woonplaats van de minderjarige die onder voogdij staat de plaats van het werkelijke verblijf van de jeugdige. Dit betekent in deze zaak dat [plaatsnaam] de woonplaats van [voornaam van minderjarige] is.
Op grond van bovenstaande en het bepaalde in artikel 262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering acht de rechtbank zich niet bevoegd om het verzoek in behandeling te nemen. De rechtbank zal het verzoek, in de stand waarin deze zich bevindt, verwijzen naar de rechtbank Limburg, locatie Roermond. De griffier van deze rechtbank zal de overgelegde stukken aan rechtbank Limburg, locatie Roermond verzenden.
De beslissing
De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd om van het verzoek kennis te nemen;
- verwijst de zaak, in de stand waarin deze zich bevindt, naar de rechtbank Limburg, locatie Roermond.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.E. Broersma en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2019. |
||
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld: - door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak, - door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden. Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof |
||