
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBLIM:2020:7116
- Instantie
- Rechtbank Limburg
- Datum uitspraak
- 26-08-2020
- Datum publicatie
- 23-09-2020
- Zaaknummer
-
8602535 \ CV EXPL 20-2919
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Geen einddatum wettelijke rente.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 8602535 \ CV EXPL 20-2919
Vonnis van de kantonrechter van 26 augustus 2020
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFOMEDICS B.V.,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
gemachtigde YARDS Deurwaardersdiensten BV,
tegen:
[gedaagde partij] ,
wonende [adres] ,
[woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het verzoek om uitstel van gedaagde partij.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De beoordeling
Gedaagde partij heeft, na verkregen uitstel niet meer geantwoord.
Op grond van artikel 111 lid 2 onder d Rv dient de dagvaarding de eis en de gronden daarvan te vermelden en op grond van artikel 21 Rv dient eisende partij de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.
De kantonrechter is van oordeel dat de dagvaarding aan de voormelde vereisten voldoet.
Gedaagde partij is een consument, althans wordt vermoed een consument te zijn.
Op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dient de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht ook toe te passen als daar niet om gevraagd is (‘ambtshalve toepassing’).
De kantonrechter is van oordeel dat in deze zaak geen beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht zijn geschonden.
De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen tot de dag van voldoening, nu eisende partij heeft nagelaten een einddatum van de wettelijke rente aan te geven.
De overige vordering van eisende partij staat als niet weersproken tussen partijen vast en behoort als onvoldoende betwist te worden toegewezen.
Gedaagde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
- -
dagvaarding € 86,85
- -
griffierecht € 124,00
- -
salaris gemachtigde € 36,00 (1 x tarief € 36,00)
totaal € 246,85
3 De beslissing
De kantonrechter
veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 57,74, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 17,41 vanaf 6 mei 2020 tot de dag van volledige betaling,
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 246,85,
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken.
type: JEC