
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBHAA:2012:BX6659
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 03-08-2012
- Datum publicatie
- 06-09-2012
- Zaaknummer
-
AWB 12/3102
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Voorlopige voorziening
- Inhoudsindicatie
-
In het geval van verzoeker is sprake van hoofdverblijf bij de moeder van zijn kind. Er is voorts geen begin van aannemelijkheid dat geen sprake is van wederzijdse zorg. Hierdoor is sprake van een gezamenlijke huishouding. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK Haarlem
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 12/3102
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
3 augustus 2012 in de zaak tussen
[naam verzoeker], te [woonplaats], verzoeker
(gemachtigde: mr. S. Singh),
en
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, verweerder
(gemachtigde: mr. E.A. Willems).
Procesverloop
Bij besluit van 30 mei 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker om toekenning van een uitkering in het kader van de Wet werk en bijstand (Wwb) afgewezen, omdat verzoeker een gezamenlijke huishouding voert met [naam].
Verzoeker heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter voorts verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 augustus 2012. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. J. Singh als zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Overwegingen
1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. In het geval van verzoeker is sprake van hoofdverblijf bij de moeder van zijn kind. Er is nog geen begin van aannemelijkheid dat in dit geval geen sprake zou zijn van wederzijdse zorg.
3. Bij deze stand van zaken mag verweerder ervan uitgaan dat er sprake is van wederzijdse zorg en dus ook van een gezamenlijke huishouding. Hierdoor is er geen plaats voor een Wwb-uitkering ten behoeve van verzoeker naar de norm van een alleenstaande.
4. Gelet hierop wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Terwiel - Kuneman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van P.M. van der Pol, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2012.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.