
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBHAA:2005:AT5224
- Instantie
- Rechtbank Haarlem
- Datum uitspraak
- 10-05-2005
- Datum publicatie
- 10-05-2005
- Zaaknummer
-
270233 AL VERZ 05-1020
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Erfrecht. Echtgenote van de overledene is de enige erfgenaam; aan de beneficiaire aanvaarding door de kinderen kan derhalve geen betekenis worden toegekend. Het verzoek tot ontheffing van de verplichting tot vereffening volgens de wet is niet-ontvankelijk.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
Prg. 2005, 107
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
sector kanton – locatie Haarlem
zaaknr.: 270233 AL VERZ 05-1020
datum : 10 mei 2005
Beschikking op een verzoek tot ontheffing van de verplichting tot vereffening volgens de wet
op verzoek van:
[moeder], als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarig kind [minderjarige]
wonende te [plaatsnaam],
verzoekende partij,
gemachtigde notaris mr. W.K. Vonk,
inzake de nalatenschap van [erflater],
geboren te [plaatsnaam] op [datum] en overleden te [plaatsnaam] op [datum],
laatst gewoond hebbende te [plaatsnaam].
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoek ex artikel 4:202, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, ter griffie ingekomen op 12 april 2005,
- een overzicht waaruit het saldo van de nalatenschap blijkt.
De beoordeling
Op grond van het testament is [moeder] enig erfgename van de nalatenschap. Zij heeft na machtiging namens de toen nog beide minderjarige kinderen een beroep gedaan op hun legitieme rechten. De kantonrechter constateert dat de kinderen niet de status van erfgenaam hebben. Hierdoor kan aan de namens hen gedane beneficiaire aanvaarding geen betekenis worden toegekend.
Nu van een benoeming door de rechtbank van een vereffenaar niet is gebleken en de nalatenschap gelet op het bovenstaande niet beneficiair is aanvaard constateert de kantonrechter dat niet aan de voorwaarden van artikel 4:202 lid 1 BW is voldaan.
Het verzoek gaat derhalve ten onrechte uit van het bestaan van de verplichting tot vereffening volgens boek 4 BW, titel 6, afdeling 3. Gelet daarop kan verzoekster niet in haar verzoek worden ontvangen.
De beslissing
De kantonrechter:
- verklaart verzoekster niet ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken.