
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBDOR:2003:AI5631
- Instantie
- Rechtbank Dordrecht
- Datum uitspraak
- 28-05-2003
- Datum publicatie
- 08-08-2006
- Zaaknummer
-
00/179 R
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
Insolventierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Faillissement echtgenoot, in gemeenschap van goederen getrouwd, leidt tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de echtgenote.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
insolventienummer: 00/179 R
nummer verklaring: GOR0210000058
uitspraakdatum: 28 mei 2003
RECHTBANK DORDRECHT,
Bij vonnis van deze kamer van 18 oktober 2000 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
S.
geboren op,
wonende te,
Bij vonnis van deze rechtbank d.d. 13 maart 2002 is het saneringsplan vastgesteld, waarin de looptijd is bepaald op drie jaar, derhalve tot 19 oktober 2003. Ter zitting van 28 mei 2003 is schuldenares gehoord op onderstaande, ambthalve, beslissing van de rechtbank.
De schuldenares is in gemeenschap van goederen gehuwd met de heer B. De schuldsaneringsregeling van de echtgenoot van de schuldenares is op 14 mei 2003 tussentijds beëindigd. Sinds de dag dat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, verkeert de echtgenoot van rechtswege in staat van faillissement.
De tussen de schuldenares en haar echtgenoot bestaande gemeenschap van goederen werd aanvankelijk ten behoeve van de crediteuren afgewikkeld in de schuldsaneringsregeling en is thans betrokken in het faillissement van de echtgenoot. Dezelfde gemeenschap zou ook in de op de schuldenares van toepassing zijnde schuldsaneringsregeling afgewikkeld moeten worden. Nu dat gelet op de verschillen in afwikkeling in faillissement en in de schuldsaneringsregeling niet mogelijk is, dient de het faillissement van de echtgenoot te leiden tot beëindiging van de schuldsaneringsregeling die op schuldenares van toepassing is.
De schuldenares heeft aangegeven dat een echtscheidingsprocedure aanhangig is. Nu beëindiging van de regeling niet aan enig handelen of nalaten van de schuldenares te wijten is, ligt in de rede dat zij, nadat de echtscheiding tot stand is gekomen, in beginsel opnieuw tot de schuldsaneringsregeling kan worden toegelaten. In dat geval is er aanleiding bij bepaling van de duur van de regeling rekening te houden met de omstandigheid dat de regeling thans reeds geruime tijd op schuldenares van toepassing is geweest.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten bij afzonderlijke beslissing vaststellen. De kosten van de in de schuldsaneringsregeling bevolen publicaties kunnen uit de boedel worden voldaan en komen dus ten laste van de schuldenares.
BESLISSING
De rechtbank:
- beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling;
- bepaalt dat de kosten van de in de Faillissementswet bevolen publicaties ten laste van de schuldenares komen.
Gewezen door mr. P.G.J. de Heij, lid van de eerste enkelvoudige kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 mei 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.