
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBDHA:2020:2447
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 16-03-2020
- Datum publicatie
- 25-03-2020
- Zaaknummer
-
NL20.4716
- Rechtsgebieden
-
Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
vovo niet-connex
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.4716
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. J. van Veelen-de Hoop),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. J.P. Guerain).
Procesverloop
Bij besluit van 14 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekers aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) in samenhang gelezen met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw. Daarnaast strekt het bestreden besluit tot weigering verzoeker een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen op grond van artikel 14, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vw in samenhang gelezen met artikel 3.6a, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb). Evenmin wordt aan verzoeker uitstel van vertrek verleend op grond artikel 64 van de Vw in samenhang gelezen met artikel 6.1e van het Vb. Verweerder heeft de hoogte van de dwangsom wegens niet tijdig beslissen bepaald op € 1.442,-.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL20.4715, plaatsgevonden op 4 maart 2020. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen [naam tolk] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
1. Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.4715, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.J. Adriaansen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van P. Deinum, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.