
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBDHA:2020:10912
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 11-08-2020
- Datum publicatie
- 30-10-2020
- Zaaknummer
-
NL20.12735
- Rechtsgebieden
-
Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Mondelinge uitspraak
Proces-verbaal
Voorlopige voorziening
- Inhoudsindicatie
-
Dublin, Duitsland, mondelinge uitspraak, plakvovo, afgewezen.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
proces-verbaal uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL20.12735
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. G.J. Dijkman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. K. Elias).
Procesverloop
Bij besluit van 12 juni 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met de behandeling van de zaak NL20.12734, plaatsgevonden op 11 augustus 2020. Verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. Zij hebben laten weten niet aanwezig te zullen zijn, omdat ze geen nadere toelichting op de gronden hebben. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Overwegingen
-
De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
-
Een voorlopige voorziening is alleen mogelijk als de rechtbank nog niet op het beroep heeft beslist. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL20.12734, heeft de
rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer mogelijk. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 11 augustus 2020 door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. T.R. Oosterhoff - Vos, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
13 augustus 2020
Documentcode: [documentcode]
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.