
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBDHA:2019:2544
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 27-02-2019
- Datum publicatie
- 15-03-2019
- Zaaknummer
-
NL19.1382
- Rechtsgebieden
-
Vreemdelingenrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Veilig land van herkomst. Algerije. Verwijzing naar zienswijze. Aan eiser om asielrelaas te motiveren.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL19.1382
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
(gemachtigde: mr. J.E. de Poorte),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 15 januari 2019 (het bestreden besluit).
Met toepassing van artikel 8:57, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gebleven.
Overwegingen
1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en bezit de Algerijnse nationaliteit. Op 27 december 2018 heeft hij een asielaanvraag ingediend. Bij het bestreden besluit heeft verweerder de aanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat hij afkomstig is uit een veilig land van herkomst.1
2. Op wat eiser daartegen heeft aangevoerd, wordt hierna ingegaan.
De rechtbank oordeelt als volgt.
3. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat niet aan hem te wijten is dat hij niet in detail heeft verklaard over zijn asielmotieven, omdat verweerder niet heeft doorgevraagd. Maar de rechtbank is van oordeel dat de verantwoordelijkheid bij eiser ligt om zijn asielaanvraag te onderbouwen.2 Hij heeft hiertoe tijdens zijn gehoor meermalen de kans en voldoende ruimte gekregen. Om deze reden slaagt deze beroepsgrond niet.
4. Voor het overige heeft eiser in beroep volstaan met een verwijzing naar zijn zienswijze. De rechtbank stelt vast dat verweerder hierop in het bestreden besluit gemotiveerd heeft gereageerd. Nu eiser in beroep niet heeft aangevoerd waarom deze motivering onvoldoende of onjuist is, houdt deze stand. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van R. Ben Sellam, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan, digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.