
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBBRE:2006:AY7107
- Instantie
- Rechtbank Breda
- Datum uitspraak
- 13-09-2006
- Datum publicatie
- 13-09-2006
- Zaaknummer
-
400305 CV 06-3485
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Kantonrechter verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. In de algemene voorwaarden is bepaald dat een geschil als het onderhavige voorgelegd dient te worden aan een scheidsgerecht.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie [woonplaats]
zaak/rolnr.: 400305 CV 06-3485
vonnis d.d. 13 september 2006
inzake
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [eiseres],
eiseres,
gevestigd te [woonplaats],
gemachtigde: J.K.M. Vissers, gerechtsdeurwaarder te [woonplaats],
tegen:
1. de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1].,
gevestigd te [vestigingsadres],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 2].,
gevestigd te [vestigingsadres],
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde sub 3]
gevestigd te [vestigingsadres],
gedaagden,
gemachtigde: mr. A.J.A. Dielissen, advocaat te [woonplaats].
Partijen worden hierna aangeduid als [eiseres] en [gedaagden].
1. Het verloop van het geding
in de hoofdzaak en in het incident
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
1.1 de dagvaarding d.d. 12 mei 2006, met producties;
1.2 de incidentele conclusie tot niet-ontvankelijkheid, met producties;
1.3 de conclusie van antwoord in bevoegdheidsincident.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingelast.
2. Het geschil
in het incident
[gedaagden] heeft in het incident geconcludeerd dat de rechtbank Breda, sector Kanton, locatie Bergen op Zoom onbevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen, met veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.
[eiseres] heeft hiertegen gemotiveerd verweer gevoerd.
3. De beoordeling
in de hoofdzaak en in het incident
3.1
Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
- tussen partijen is omstreeks april 2004 een overeenkomst gesloten, waarbij [eiseres] aan [gedaagden]. roerende zaken heeft verkocht en geleverd voor een totaalbedrag van € 16.620,62;
- op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing verklaard;
- artikel 20 van deze algemene voorwaarden ziet op het ‘toepasselijk recht en forumkeuze’ en luidt -voor zover van belang- als volgt:
20.2 Onbetwiste geldvorderingen voortvloeiend uit een overeenkomst waar deze voorwaarden op van toepassing zijn, zullen ter incasso worden voorgelegd aan de burgerlijke rechter die bevoegd is in de vestigingsplaats van opdrachtnemer, tenzij dit in strijd is met het dwingend recht. Opdrachtnemer mag van deze bevoegdheidsregel afwijken en de wettelijke bevoegdheidsregels hanteren.
20.3 Alle overige geschillen voortvloeiend uit een overeenkomst waar deze voorwaarden op van toepassing zijn zullen met uitsluiting van de gewone rechter worden onderworpen aan het oordeel van een scheidsgerecht.
20.4 Het in lid 3 genoemde scheidsgerecht wordt benoemd overeenkomstig de statuten van de Stichting Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel, en doet met inachtneming van de statuten van die Raad uitspraak;
- [gedaagden] heeft op de totale hoofdsom een bedrag van € 1.000,00 onbetaald gelaten.
3.2
[gedaagden] stelt zich op het standpunt dat de Rechtbank Breda, Sector Kanton, locatie Bergen op Zoom onbevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen. Aangezien [gedaagden] de geldvordering van [eiseres] betwist, is -gelet op het bepaalde in de algemene voorwaarden- de Raad van Arbitrage voor Metaalnijverheid en -Handel bij uitsluiting bevoegd.
3.3
[eiseres] heeft aangevoerd dat de voornamelijk juridische aard van het geschil zich onvoldoende leent voor beslechting door een scheidsgerecht en dat een eventuele verwijzing slechts onnodig kostenverhogend en vertragend werkt.
3.4
De kantonrechter te Bergen op Zoom is niet bevoegd van het onderhavige geschil kennis te nemen. Nu [gedaagden] de tussen partijen overeengekomen prijs niet volledige heeft betaald, is er geen sprake van een onbetwiste geldvordering. Gezien het bepaalde in artikel 20 van de tussen partijen van toepassing zijnde voorwaarden, zoals hierboven onder 3.1. weergegeven, zijn dergelijke geschillen als het onderhavige met uitsluiting van de gewone rechter onderworpen aan het oordeel van een scheidsgerecht. Het door [eiseres] gevoerde verweer dat de voornamelijk juridische aard van het geschil zich onvoldoende leent voor beslechting door een scheidsgerecht en dat een eventuele verwijzing slechts onnodig kostenverhogend en vertragend werkt, is -gezien de inhoud van de algemene voorwaarden- niet ter zake doend. De kantonrechter zal zich derhalve onbevoegd verklaren tot kennisneming van het geschil.
3.5
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres] worden veroordeeld in de kosten aan de zijde van [gedaagden] gevallen.
4. De beslissing
in de hoofdzaak en in het incident
De kantonrechter:
- verklaart zich onbevoegd tot kennisneming van het onderhavige geschil;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure aan de zijde van [gedaagden] gevallen en tot op heden begroot op een bedrag van € 150,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 september 2006 in tegenwoordigheid van de griffier.