
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBAMS:2020:2040
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 19-03-2020
- Datum publicatie
- 01-04-2020
- Zaaknummer
-
13/751924-19
- Rechtsgebieden
-
Internationaal publiekrecht
Europees strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - meervoudig
Eerste en enige aanleg
Tussenuitspraak
- Inhoudsindicatie
-
Tussenuitspraak. De rechtbank heropent en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd in afwachting van de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de daarmee samenhangende maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/751924-19
RK nummer: 19/5995
Datum uitspraak: 19 maart 2020
TUSSEN- UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 23 oktober 2019 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 13 juli 2019 door the Court of Trento – Preliminary Investigations Judges Office (Italië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1967,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.
1 Procesgang
Zitting 4 februari 2020
De vordering is behandeld op de openbare zitting van 4 februari 2020. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. C.L.E. McGivern. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J. Verstegen, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Arabische taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd en heeft vervolgens de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, derde lid, OLW uitspraak moet doen voor onbepaalde tijd verlengd omdat zij die verlengingen nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.
De rechtbank heeft de behandeling aangehouden tot de zitting van 5 maart 2020 om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen om nadere informatie op te vragen bij de uitvaardigende justitiële autoriteit.
Zitting 5 maart 2020
De behandeling van de vordering is, met toestemming van partijen in gewijzigde samenstelling,
voortgezet op de openbare zitting van 5 maart 2020 in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. R. Vorrink. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J. Verstegen, en door een tolk in de Arabische taal.
2. Identiteit van de opgeëiste persoon
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Marokkaanse en de Nederlandse nationaliteit heeft.
3 Heropening en schorsing van het onderzoek
Op de zitting van 5 maart 2020 is aan de opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw meegedeeld dat op 19 maart 2020 een uitspraak zal worden gedaan waarin op het overleveringsverzoek zal worden beslist.
Gelet op de maatregelen die met ingang van 17 maart 2020 door de Rechtspraak zijn genomen in verband met de uitbraak van het coronavirus, zal de rechtbank het onderzoek heropenen om op een later moment - na 6 april 2020, zijnde de datum tot wanneer de landelijke maatregelen van kracht zullen zijn - te sluiten en uitspraak te doen.
De opgeëiste persoon en zijn raadsvrouw zullen te zijner tijd worden geïnformeerd over de datum waarop de rechtbank een uitspraak zal doen op het verzoek tot overlevering.
4 Beslissing
HEROPENT EN SCHORST het onderzoek voor onbepaalde tijd, maar in ieder geval tot na 6 april 2020, in afwachting van de ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de daarmee samenhangende maatregelen die door de Rechtspraak zijn genomen, dan wel de aanvullende maatregelen die nog zullen worden genomen.
BEVEELT de oproeping van de opgeëiste persoon tegen een nog vast te stellen uitspraakdatum en tijdstip, met tijdige kennisgeving aan zijn raadsvrouw.
BEVEELT de oproeping van een tolk voor de Arabische taal tegen de nog vast te stellen uitspraakdatum en het nog vast te stellen tijdstip.
Aldus gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M. Snijders Blok-Nijensteen en H.G. van der Wilt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N.M. van Trijp, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 19 maart 2020.
De oudste en de jongste rechter zijn buiten staat om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.