
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:RBAMS:2020:1500
- Instantie
- Rechtbank Amsterdam
- Datum uitspraak
- 12-02-2020
- Datum publicatie
- 10-03-2020
- Zaaknummer
-
RK 19/5337
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
Rekestprocedure
- Inhoudsindicatie
-
klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, gegrondverklaring, teruggave rolex horloge
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/269446-19
RK: 19/5337
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman,
mr. H.G. Kersting,
Asterweg 17 A-2, 1031 HL te Amsterdam,
klager, niet zijnde de beslagene.
1 Procesgang
Het klaagschrift is op 18 september 2019 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 21 oktober 2019 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 12 februari 2020 klager, zijn raadsman en de officier van justitie, mr. P. van Laere, in openbare raadkamer gehoord.
Beslagene [naam beslagene] is, hoewel geldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
2 Inhoud van het klaagschrift
Het klaagschrift strekt tot teruggave van het bij [naam beslagene] in beslag horloge merk Rolex Oyster Perpetual Datejust II, ter waarde van € 8.750,- (goednummer: 5762556).
Klager stelt dat hij eigenaar is van het horloge en heeft er geen afstand van gedaan. Evenmin heeft hij het voorwerp verkregen door enig strafbaar feit of onttrokken aan een rechthebbende. Klager had het horloge aan [naam beslagene] uitgeleend en wil het zelf gebruiken. Een kopie van de aankoopkwitantie d.d. 1 februari 2019 op naam van klager is bij het klaagschrift gevoegd. Op 12 november 2019 heeft klager een brief van het Openbaar Ministerie ontvangen met het verzoek een nadere onderbouwing te geven voor een legale herkomst van het in beslag genomen horloge. Klager heeft op 19 november 2019 aan dit verzoek voldaan. Klager stelt dat hij het horloge gekocht heeft met deels geld dat hij in het casino heeft gewonnen, een deel zou afkomstig zijn uit een schenking van zijn vader (middels erfenis en verkoop van de bedrijfsauto) en een deel is afkomstig uit een verkregen schadevergoeding. Klager heeft aangetoond dat het horloge een legale herkomst heeft. Het belang van de strafvordering verzet zich niet langer tegen de gevraagde teruggave van het horloge en opheffing van het beslag.
3 Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen teruggave van het in beslag genomen horloge aan klager en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het horloge is aangetroffen na een controle van een auto waarbij in een verborgen ruimte twee vuurwapens werden aangetroffen. [naam beslagene] was de bestuurder en onder hem is de Rolex aangetroffen. In openbare raadkamer heeft de raadsman van klager een onderbouwing gegeven voor een legale herkomst van het in beslag genomen horloge. Klager heeft aangetoond dat het horloge een legale herkomst heeft. Er loopt nog een witwasonderzoek tegen klager. Het belang van strafvordering verzet zich echter niet tegen teruggave.
4 De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 10 juni 2019 is op de voet van artikel 94 Sv voornoemd horloge in beslag genomen tijdens de fouillering van [naam beslagene] . Niet bestreden is dat klager de eigenaar is van dit horloge.
Klager wordt – kort gezegd – verdacht van witwassen.
De officier van justitie heeft verklaard zich niet te verzetten tegen teruggave van dit horloge aan klager.
Op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, het in beslag genomen voorwerp zal verbeurd verklaren. De raadsman van klager heeft immers stukken ingebracht, waaruit genoegzaam is gebleken dat klager voldoende inkomsten heeft gegenereerd uit een schadevergoeding en uit gokwinsten om het horloge te kunnen betalen. Ook heeft klager aangetoond dat hij een deel van het geld van zijn vader heeft geleend, maanden voordat het horloge in beslag is genomen. . Deze inkomsten zijn voldoende om de aankoop van het Rolex horloge te kunnen verklaren.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat bij het ontbreken van strafvorderlijk belang het beslag dient te worden opgeheven.
De rechtbank is voorts van oordeel dat klager en niet iemand anders redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. Zij zal dan ook gelasten dat het voorwerp aan klager dient te worden teruggegeven.
5 De beslissing
De rechtbank verklaart het beklag gegrond en gelast de teruggave aan klager van:
Rolex Oyster Perpetual Datejust II, ter waarde van € 8.750,- (goednummer: 5762556)
aan [klager] .
Deze beslissing is gegeven door
mr. M.E. Leijten, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier
en in het openbaar uitgesproken op 12 februari 2020.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.