
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:PHR:2017:149
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum conclusie
- 24-01-2017
- Datum publicatie
- 15-03-2017
- Zaaknummer
-
16/00950
- Formele relaties
-
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:435, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
- -
- Inhoudsindicatie
-
Geen schriftuur ingediend, verdachte n-o. Samenhang met 15/05303; 15/05342; 15/05447; 15/05454; 16/00013; 16/00237; 16/00238; 16/00239; 16/00947; 16/00948; 16/00949; 16/00951 en 16/00952.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Conclusie
Nr. 16/00950 P Zitting: 24 januari 2017 |
Mr. E.J. Hofstee Conclusie inzake: [betrokkene] |
-
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, heeft bij arrest van 9 november 2015 het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 15.906,- en aan de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag.
-
Er bestaat samenhang met twaalf andere zaken. In alle zaken zal ik vandaag concluderen.
-
De betrokkene heeft tijdig beroep in cassatie doen instellen. Hoewel de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv geldig is betekend, zijn namens hem geen middelen van cassatie voorgesteld.
-
Art. 511h Sv in verbinding met art. 437, tweede lid, Sv schrijft voor dat op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen twee maanden na betekening van de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie moet worden ingediend. Nu bij de Hoge Raad niet tijdig een schriftuur is ingediend, dient de betrokkene niet-ontvankelijk in zijn cassatieberoep te worden verklaard.
-
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de betrokkene in zijn cassatieberoep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG