
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:PHR:2013:1975
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum conclusie
- 26-11-2013
- Datum publicatie
- 17-12-2013
- Zaaknummer
-
12/04975
- Formele relaties
-
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:2033, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
- -
- Inhoudsindicatie
-
Niet-ontvankelijkverklaring verdachte in zijn cassatieberoep, nu niet binnen de in art. 437.2 Sv genoemde termijn door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie is ingediend.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Conclusie
Nr. 12/04975 Zitting: 26 november 2013 |
Mr. Aben Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Het gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van 27 augustus 2012 de verdachte ter zake van “medeplegen van doodslag” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr.
2. Deze zaak hangt samen met de zaak [medeverdachte] (12/05017). In beide zaken zal ik vandaag concluderen.
3. Namens de verdachte heeft mr. W.E.R. Geurts, advocaat te Amsterdam, beroep in cassatie ingesteld. Namens de verdachte is geen schriftuur houdende middelen van cassatie ingediend.
4. Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
5. Deze conclusie strekt ertoe dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG