
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:PHR:2013:1802
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum conclusie
- 19-11-2013
- Datum publicatie
- 11-12-2013
- Zaaknummer
-
13/00583
- Formele relaties
-
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:1758, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
- -
- Inhoudsindicatie
-
HR: 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Conclusie
Nr. 13/00583 Zitting: 19 november 2013 |
Mr. Hofstee Conclusie inzake: [verdachte = verzoeker] |
1. Het cassatieberoep richt zich tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 1 februari 2013. Namens verzoeker is tijdig een schriftuur houdende een middel van cassatie ingezonden.
2. Het middel klaagt over de bewezenverklaring. Voor zover het middel beoogt te klagen dat het Hof niet (in voldoende mate) heeft gereageerd op het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt dat het niet aantreffen van schotresten op de bemonstering van verzoeker meebrengt dat verzoeker niet de schutter was, kan het klaarblijkelijk niet tot cassatie leiden bij gebrek aan feitelijke grondslag. Het Hof is immers in een nadere motivering op dat standpunt ingegaan waarbij het genoegzaam uiteengezet heeft waarom uit het enkele feit dat geen categorie A-deeltjes bij verzoeker zijn aangetroffen, niet de conclusie kan worden getrokken dat verzoeker niet geschoten heeft. Voor zover het middel voorts klaagt over de begrijpelijkheid van die motivering geldt dat de gebezigde bewijsmiddelen daartoe voldoende gegevens bevatten. Voor zover het middel zich verder keert tegen de bewezenverklaring, meen ik dat het evident niet tot cassatie kan leiden, nu gezien de door het Hof gebezigde bewijsmiddelen de bewezenverklaring (ruim) voldoende met redenen is omkleed.
3. Op grond van het voorgaande stel ik mij op het standpunt dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG