
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:PHR:2009:BH9031
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 07-07-2009
- Datum publicatie
- 07-07-2009
- Zaaknummer
-
08/04347
- Formele relaties
-
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2009:BH9031
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
- -
- Inhoudsindicatie
-
Bestorming ADO-home door Ajax-supporters. Ontvankelijkheid schriftuur benadeelde partij (bp). De wet bevat geen regeling t.a.v. het instellen van beroep in cassatie door een bp indien haar vordering door de appelrechter in het strafgeding n-o is verklaard dan wel is afgewezen en noch verdachte, noch het OM cassatieberoep heeft ingesteld (HR LJN AF4207). Evenmin bevat de wet zo een regeling voor het geval de verdachte of het OM n-o zijn in hun cassatieberoep. Daaruit moet worden afgeleid dat de wetgever van een dergelijke voorziening niet heeft willen weten. De HR is in de genoemde gevallen daarom niet bevoegd tot beoordeling van een o.g.v. art. 437.3 Sv ingediende schriftuur van een bp.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2009, 961
NJB 2009, 1435
- Verrijkte uitspraak
Conclusie
Nr. 08/04347
Mr. Machielse
Zitting 24 maart 2009
Conclusie inzake:
[Verdachte 8](1)
1. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft de verdachte op 8 februari 2008 voor 3. "openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen" en 4. "openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen", veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Aan die veroordeling heeft het hof een bijzondere voorwaarde verbonden. Tevens heeft het hof beslissingen genomen op de vordering van de benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.
2. Mr. R. Heemskerk, advocaat te 's-Gravenhage, heeft namens de verdachte beroep in cassatie ingesteld. Namens de verdachte zijn geen middelen van cassatie voorgesteld.
3. Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
4. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het namens verdachte ingestelde beroep
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
1 Deze zaak hangt samen met nr. 08/00877 ([verdachte 2]), nr. 08/00800 ([verdachte 3]), nr. 08/00807 ([verdachte 1]), nr. 08/00948 ([verdachte 5]), nr. 08/03942 ([verdachte 6]) en nr. 08/03943 ([verdachte 7]) waarin ik eveneens vandaag concludeer.