
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:PHR:2002:AD7800
- Instantie
- Parket bij de Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12-02-2002
- Datum publicatie
- 27-05-2002
- Zaaknummer
-
00325/01
- Formele relaties
-
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2002:AD7800
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
- -
- Inhoudsindicatie
-
-
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
JOL 2002, 129
NJ 2002, 286
- Verrijkte uitspraak
Conclusie
Nr. 00325/01
Mr Fokkens
Zitting: 18 december 2001
Conclusie inzake:
[verdachte]
1. In deze zaak is tijdig en regelmatig beroep in cassatie ingesteld.
2. Middelen van cassatie zijn niet voorgesteld.
3. Ambtshalve vraag ik aandacht voor het volgende.
4. De dagvaarding om te verschijnen ter terechtzitting in hoger beroep op 14 september 1999 is ingevolge art. 588, derde lid onder c, Sv op 7 september 1999 betekend. De verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep niet verschenen en bij verstek veroordeeld.
5. Op grond van het bepaalde in de artikelen 413, eerste lid, 425 en 426a, eerste lid Sv moet tussen de dag waarop de dagvaarding aan de verdachte is betekend en die der terechtzitting een termijn van tenminste tien dagen verlopen. Ingevolge het ten deze toepasselijke art. 265, derde lid Sv dient de rechter wanneer de dagvaardingstermijn niet in acht is genomen en de verdachte niet is verschenen en evenmin toestemming heeft gegeven tot verkorting van bedoelde termijn, het onderzoek te schorsen en de verdachte op te roepen.
6. De Rechtbank heeft ten onrechte het onderzoek niet geschorst teneinde de verdachte op te doen roepen. Dit verzuim leidt tot nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting en de daarop gegronde uitspraak (vgl. HR DD 96.023023 en recent nog HR 19 juni 2001, nr. 02425/00).
7. Ik concludeer dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen met terugwijzing van de zaak naar de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad der Nederlanden