
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BI3325
- Instantie
- Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Datum uitspraak
- 25-04-2005
- Datum publicatie
- 11-05-2009
- Zaaknummer
-
2003/666-670
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - meervoudig
- Inhoudsindicatie
-
Termijnoverschrijding en (on)voorschoonbaarheid. Het risico van het gebruik van een faxapparaat voor de indiening van een beroepschrift ligt bij appellante.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
Vindplaats  2003/666-670
Datum  25 april 2005
Rechters  Van Gijn, Van Ballegooijen en Van Muijen
Middel  winstbelasting
Artikel  Artikel 19 ALB
Belastingjaar  1998-2000
Plaats  Aruba
Essentie  Termijnoverschrijding en (on)voorschoonbaarheid. Het risico van het
 gebruik van een faxapparaat voor de indiening van een beroepschrift ligt bij
 appellante.
1. Loop van de gedingen
1.1. Bij brieven, bij de Raad ingekomen op 20 november 2003, heeft appellant bij de Raad beroepen ingesteld tegen de beslissingen van de Inspecteur van 17 juli 2003, op de bezwaren van appellante tegen de definitieve dan wel navorderingsaanslagen winstbelasting van de Inspecteur over de jaren 1998 tot en met 2000. De Inspecteur heeft op 7 april 2005 ter zake vertoogschriften ingediend.
1.2. De beroepen zijn behandeld ter zitting van de Raad op 14 april 2005. Appellante heeft zich doen vertegenwoordigen door Drs. A. De Inspecteur, mw. mr. B, is verschenen.
2. Beoordeling
1998 (reg.nrs. 666 en 670)
Tegen de aanslag van 7 april 2000 heeft appellante tijdig bezwaar gemaakt, waarop door de Inspecteur niet is beschikt. Wel heeft de Inspecteur op 17 juli 2003 een navorderingsaanslag opgelegd.
Er zijn twee beroepschriften ingediend: tegen de navorderingsaanslag als zodanig en tegen de uit die aanslag naar het oordeel van appellante blijkende beschikking op bezwaar.
De beroepen zijn bij de Raad ingekomen op 20 november 2003, derhalve buiten de wettelijke beroepstermijn van twee maanden overeenkomstig het destijds toepasselijke artikel 36 van de Landsverordening winstbelasting.
Appellante stelt op 16 september 2003 tegen de navorderingsaanslag in beroep te zijn gekomen door toezending van twee beroepschriften per fax. Zodanige faxberichten zijn bij de Raad niet bekend. Een tweetal beroepschriften met datum 16 september 2003 is bij het Gerecht in eerste aanleg van Aruba ingeboekt op 20 november 2003.
Van tot verschoning van de termijnoverschrijding aanleiding gevende redenen is de Raad niet gebleken. Het risico van het gebruik van een faxapparaat voor de indiening van een beroepschrift ligt voorts bij appellante.
Het beroepschrift tegen de vermeende beschikking op bezwaar is overigens, nu geen beschikking op bezwaar is gegeven, niet-ontvankelijk.
De beroepen zijn op grond van het vorenstaande niet-ontvankelijk.
1999 (reg. nr. 669)
Tegen de aanslag van 21 maart 2002 heeft appellante tijdig bezwaar gemaakt, waarop door de Inspecteur is beschikt op 17 juli 2003; daarbij is de aanslag verminderd.
Bij de Raad is het beroep daartegen ingekomen op 20 november 2003, derhalve buiten de wettelijke beroepstermijn van twee maanden overeenkomstig het destijds toepasselijke artikel 36 van de Landsverordening winstbelasting.
Appellante stelt op 16 september 2003 tegen de navorderingsaanslag per fax in beroep te zijn gekomen. Zodanig faxbericht is bij de Raad niet bekend. Een beroepschrift met datum 16 september 2003 is bij het Gerecht in eerste aanleg van Aruba ingeboekt op 20 november 2003.
Van tot verschoning van de termijnoverschrijding aanleiding gevende redenen is de Raad niet gebleken. Het risico van het gebruik van een faxapparaat voor de indiening van een beroepschrift ligt voorts bij appellante.
Het beroep is op grond van het vorenstaande niet-ontvankelijk.
2000 (reg.nrs. 667-668)
Tegen de aanslag van 21 maart 2002 heeft appellante tijdig bezwaar gemaakt, waarop door de Inspecteur niet is beschikt. Wel heeft de Inspecteur op 17 juli 2003 een navorderingsaanslag opgelegd.
Er zijn twee beroepschriften ingediend: tegen de navorderingsaanslag als zodanig en tegen de uit die aanslag naar het oordeel van appellante blijkende beschikking op bezwaar.
De beroepen zijn bij de Raad ingekomen op 20 november 2003 en derhalve buiten de wettelijke beroepstermijn van twee maanden overeenkomstig het destijds toepasselijke artikel 36 van de Landsverordening winstbelasting.
Overigens idem als hiervoor met betrekking tot 1998 overwogen.
3. Beslissing
De Raad verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.