
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:ORBBNAA:2005:BI3322
- Instantie
- Raad van Beroep voor Belastingzaken (Nederlandse Antillen en Aruba)
- Datum uitspraak
- 25-04-2005
- Datum publicatie
- 11-05-2009
- Zaaknummer
-
2003-55-61
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - meervoudig
- Inhoudsindicatie
-
Persoonlijke omstandigheden ten gevolge van ongeval (werkloosheid, financiële problemen, echtscheiding) zijn geen redenen voor verschoonbaarheid termijnoverschrijding.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP
Vindplaats  2003-55-61
Datum  25 april 2005
Rechters  mrs. L. van Gijn, C.W.M. van Ballegooijen en G.J. van Muijen
Middel  LIB
Artikel  43 (oud)
Belastingjaar  2002
Plaats  Aruba
Essentie  Persoonlijke omstandigheden ten gevolge van ongeval (werkloosheid,
 financiële problemen, echtscheiding) zijn geen redenen voor
 verschoonbaarheid termijnoverschrijding.
1. Loop van de gedingen
1.1. Op 22 januari 2003 zijn bij de Raad beroepschriften ingekomen van appellant, gericht tegen beschikkingen op bezwaar van de Inspecteur gedateerd 22 november 2002.
1.2. De beroepen zijn behandeld ter zitting van de Raad op 14 april 2005. Appellant heeft zich doen vertegenwoordigen door X. De Inspecteur, mr. drs. Y, is verschenen.
2. Beoordeling
Bij zijn beschikkingen op bezwaar heeft de Inspecteur appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaren tegen de respectieve aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 1993 tot en met 1999, gedateerd 18 september 1997, respectievelijk 28 januari 1999 en 7 december 2000.
In alle gevallen is het bezwaarschrift ingediend ten minste 20 maanden na de dagtekening van de aanslag, derhalve buiten de bezwaartermijn van artikel 43, eerste lid, van de Landsverordening inkomstenbelasting, zoals dat destijds luidde.
Appellant heeft ter verontschuldiging van de termijnoverschrijding doen aanvoeren dat hem in 1993 een ongeval is overkomen, waarvoor hij in Colombia moest worden behandeld. Uit de door appellant ingezonden bewijsstukken van medische verklaringen blijkt dat appellant in juni 1993, september 1994, april 1997, juli 1999, augustus 2000 en maart 2005 onder behandeling is geweest in Medellin, Colombia. Voornoemde bewijsstukken zijn echter onvoldoende om aan te nemen dat appellant redelijkerwijs niet in staat kon worden geacht om tijdig bezwaar aan te (doen) tekenen. De persoonlijke omstandigheden waarin appellant beweerdelijk ten gevolge van het ongeval is komen te verkeren (werkloosheid, financiële problemen, echtscheiding), hoe treurig ook, geven de Raad evenmin aanleiding de termijnoverschrijding overeenkomstig artikel 43, derde lid, van de Landsverordening inkomstenbelasting, zoals dat destijds luidde, verschoonbaar te achten.
De Inspecteur heeft derhalve op goede gronden bij zijn beschikkingen op bezwaar de bezwaren niet-ontvankelijk verklaard, zodat de beroepen tegen die beschikkingen ongegrond zijn.
3. Beslissing
De Raad verklaart de beroepen ongegrond.