
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:OGEAA:2019:36
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 16-01-2019
- Datum publicatie
- 18-01-2019
- Zaaknummer
-
AUA201802529
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Schuldvordering toegewezen met contractuele rente.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
Vonnis van 16 januari 2019
Behorend bij A.R. AUA201802529
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[EISERES],
te Aruba,
EISERES,
gemachtigde: de advocaat mr. C.J. Hart,
tegen:
[GEDAAGDE],
te Aruba, [adres],
GEDAAGDE,
procederend in persoon.
1 DE PROCEDURE
Het verloop van de verdere procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 oktober 2018;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie na antwoord op 15 november 2018.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.
2 HET GESCHIL EN DE BEOORDELING
Eiseres vordert – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van gedaagde tot betaling van USD$ 26.862,- dan wel het equivalent hiervan in Arubaanse florin te vermeerderen met de overeengekomen rente van 10% per jaar tot de dag der algehele voldoening, alsmede vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure.
Eiseres grondt de vordering erop dat gedaagde tekort geschoten in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting.
Gedaagde heeft bij zijn conclusie van antwoord een hoofdsom van USD$ 20.000,- erkend minus de aflossing van USD$ 2.000,-. Hij maakt bezwaar tegen de contractuele rente.
Gedaagde heeft onvoldoende betwist dat hij het gevorderde hoofdsom aan eiseres verschuldigd is. Vast staat dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen jegens eiseres. De gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen. Ter zitting heeft eiseres uiteengezet hoe de contractuele rente tot stand is gekomen. Dit is door gedaagde niet weersproken, nu hij niet op de comparitie van partijen is verschenen. Het verweer van gedaagde zal dan ook als onvoldoende gemotiveerd worden verworpen.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen conform het procesreglement 2018 worden toegewezen.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld, aan de zijde van eiseres begroot op Afl. 750,- griffierecht, Afl. 394,32 aan verschotten en Afl. 2.500,- aan gemachtigdensalaris (naar rato van 2 punten van het liquidatietarief 5).
3 DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht:
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van een bedrag van USD$ 26.862,-, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 10% per jaar tot de dag waarop volledig zal zijn betaald, alsmede tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 1.875,-;
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van eiseres worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 394,32 aan verschotten en Afl. 2.500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 januari 2019 in aanwezigheid van de griffier.