
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:OGEAA:2017:209
- Instantie
- Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Datum uitspraak
- 29-03-2017
- Datum publicatie
- 03-04-2017
- Zaaknummer
-
A.R. 2034 van 2016
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Eerste aanleg - enkelvoudig
- Inhoudsindicatie
-
Civiel, verweer vordering, referte.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
Vonnis van 29 maart 2017
Behorend bij A.R. 2034 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Finance,
gemachtigde: advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
GEDAAGDE,
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: advocaat mr. E.E. Rosenstand.
1 DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het rolbeschikking van 26 oktober 2016;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 5 december 2016;
- de akte van Island Finance van 11 januari 2017;
- de mondelinge referte van [gedaagde] van 15 februari 2017.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.
2 HET GESCHIL EN DE BEOORDELING DAARVAN
Island Finance heeft geld uitgeleend aan [gedaagde]. Met de terugbetaling daarvan is zij in gebreke gebleven. Hierop heeft Island Finance beslag doen leggen onder de werkgever van [gedaagde] en onderhavige procedure gestart.
Omdat [gedaagde] bij verweer zich verzet had tegen de hoogte van het door Island Finance gevorderde bedrag, heeft deze dat bij akte nader uiteengezet. Hierop heeft [gedaagde] zich gerefereerd, waaruit het Gerecht afleidt dat zij haar bezwaren op dat punt prijsgeeft. De vordering van Island Finance is opeisbaar en [gedaagde] is ook ingebreke met in de nakoming van haar verbintenissen. De vordering is dan ook in na te melden zin toewijsbaar.
De door Island Finance gevorderde buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen tot Afl. 1.500,- (1,5 maal het bedrag per punt gemachtigdensalaris), nu niet is gebleken dat toewijzing voor meer dan dit bedrag redelijk is.
[gedaagde] zal worden veroordeeld in de proceskosten, waaronder die van het beslag.
3 DE UITSPRAAK
het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 12.490,54, te vermeerderen met de contractuele rente van 1,4% per maand vanaf 31 mei 2013 tot een maximum van Afl. 10.426,45 en na het bereiken van dit maximum te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 1.500,- wegens buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Island Finance worden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 845,11 aan explootkosten en Afl. 3.500,- (3,5 punten) aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 maart 2017 in aanwezigheid van de griffier.