
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2020:4
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 07-01-2020
- Datum publicatie
- 07-01-2020
- Zaaknummer
-
19/00253
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:1150
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2019:203
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Moord op ex-vriendin na afloop van haar dienst in het Tweesteden ziekenhuis te Waalwijk op 10 augustus 2015. Middelen namens verdachte over voorbedachte raad, de betrouwbaarheid van de verklaring van een getuige en de bruikbaarheid daarvan voor het bewijs en over de beslissing van het Hof om de ex-partner van het slachtoffer, tevens vader van de zoon van het slachtoffer, toestemming te geven om ex art. 51b.1 Sv kennis te nemen van de processtukken teneinde een mogelijke civiele vordering te onderbouwen. Middel namens de b.p. over het deels n-o verklaring van de vordering. HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2020/151
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/00253
Datum 7 januari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 januari 2019, nummer 20/002991-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: de verdachte.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft L.E.G. van der Hut, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [benadeelde 2] heeft W.N. Ramnun, advocaat te Breda, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 januari 2020.