
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2020:384
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 06-03-2020
- Datum publicatie
- 06-03-2020
- Zaaknummer
-
19/05027
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2020:43, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
Beschikking
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Voorlopige machtiging. Herstel beschikking na cassatie en verwijzing (wegens ontbreken handtekening van psychiater onder geneeskundige verklaring); HR 24 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:815.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2020/336
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/05027
Datum 6 maart 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
[betrokkene] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: betrokkene,
advocaat: G.E.M. Later,
tegen
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT NOORD-NEDERLAND,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de officier van justitie,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding verwijst de Hoge Raad naar zijn beschikking van 24 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:815, en naar de beschikking in de zaak C/19/127553/FA RK 19-1408 van de rechtbank Noord-Nederland van 2 augustus 2019.
Betrokkene heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld. De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 6 maart 2020.