
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2020:269
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18-02-2020
- Datum publicatie
- 18-02-2020
- Zaaknummer
-
18/04438
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:1281
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:8602, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Economische zaak. Bedrijfsafvalstoffen (flessengas) vervoeren zonder vermelding als vervoerder op lijst van vervoerders, handelaars en bemiddelaars, begaan door rechtspersoon (in Duitsland gevestigde onderneming), art. 10.55 Wet milieubeheer. Verweer dat art. 10.55 Wm buiten toepassing moet worden gelaten. Is registratie-eis in Nederland in strijd met art. 15, 16 en 52 EU-Handvest en zelfstandig unierechtelijk evenredigheidsbeginsel, nu verdachte in Duitsland al is geregistreerd als vervoerder van afvalstoffen? HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2020/321
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/04438 E
Datum 18 februari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, economische kamer, van 25 september 2018, nummer 21/002199-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: de verdachte.
1 Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D.G.J. Sanderink, advocaat te Enschede, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2020.