
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:770
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21-05-2019
- Datum publicatie
- 21-05-2019
- Zaaknummer
-
17/06086
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:296
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Medeplegen onttrekken minderjarige aan wettig gezag. Middelen over: 1. ontbreken rechtsbijstand aan verdachte, 2. bewezenverklaring van medeplegen en 3. kwalificatie bewezenverklaring (art. 279.1 Sr), nu in het bewezenverklaarde het bestanddeel 'wettig' ontbreekt. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 17/06135.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/670
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/06086
Datum 21 mei 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 18 december 2017, nummer 22/004923-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: verdachte.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 mei 2019.