
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:7
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 08-01-2019
- Datum publicatie
- 08-01-2019
- Zaaknummer
-
17/03410
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:2702
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1446
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Geen middelen ingediend, verdachte n-o. Samenhang met 17/01813 en 17/01839.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/159
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
8 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/03410
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 30 maart 2017, nummer 21/000828-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 januari 2019.