
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:516
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 05-04-2019
- Datum publicatie
- 05-04-2019
- Zaaknummer
-
18/00552
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:3066, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:182, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Verbintenissenrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenisssenrecht. Tenuitvoerlegging van uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis. Vonnis in hoger beroep vernietigd. Is de bank (als pandhouder) jegens de geëxecuteerde aansprakelijk voor het handelen van de curator die het vonnis ten uitvoer heeft gelegd? Samenhang met 18/00549.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/464
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
5 april 2019
Eerste Kamer
18/00552
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. A.H. Vermeulen,
t e g e n
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en ABN AMRO.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaken C/10/485257/HA ZA 15-990 en C/10/488396/HA ZA 15-1127 van de rechtbank Rotterdam van 30 december 2015, 18 mei 2016 en 29 juni 2016;
b. het arrest in de zaak 200.197.752/01 van het gerechtshof Den Haag van 7 november 2017.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De procesinleiding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
ABN AMRO heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor ABN AMRO toegelicht door haar advocaat en mede door mr. P.B. Fritschy.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN AMRO begroot op € 6.659,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann, als voorzitter, en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 5 april 2019.