
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:391
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 19-03-2019
- Datum publicatie
- 19-03-2019
- Zaaknummer
-
17/03727
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:48
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Oplichting (meermalen gepleegd) door gedurende meerdere jaren zijn diensten als dakdekker aan te bieden bij groot aantal aangevers en hen forse aanbetalingen te laten verrichten met toezegging dat hij afgesproken werkzaamheden zou verrichten en materialen zou aanschaffen, waarna afgesproken werkzaamheden niet zijn uitgevoerd (art. 326 Sr). 1. Afwijzing bij appelschriftuur gedaan en ttz. in h.b. gehandhaafd verzoek tot horen getuigen die namens verdachte werkzaamheden zouden hebben verricht. 2. P-v tz. in h.b. maakt geen melding van strafeis AG. 3. Aannemen van valse hoedanigheid. HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/414
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
19 maart 2019
Strafkamer
nr. S 17/03727
ABO
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 10 juli 2017, nummer 21/006341-15, in destrafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 maart 2019.