
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:374
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15-03-2019
- Datum publicatie
- 15-03-2019
- Zaaknummer
-
18/04799
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
15 maart 2019
Nr. 18/04799
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 1 november 2018, nrs. HAA 18/2850, 18/2851 en 18/28S2 V, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 18 september 2018.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2019.