
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:348
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12-03-2019
- Datum publicatie
- 13-03-2019
- Zaaknummer
-
18/00518
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2018:143, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
Poging doodslag. Meermalen met zaag op arm, benen, hand en borst van slachtoffer inslaan en inhakken. HR: art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/382
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
12 maart 2019
Strafkamer
nr. S 18/00518
KM
Hoge Raad der Nederlanden
Tweede Enkelvoudige Kamer
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 17 januari 2018, nummer 23/001873-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer
A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 maart 2019.