
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:200
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 05-03-2019
- Datum publicatie
- 06-03-2019
- Zaaknummer
-
18/01231
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:36
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:143, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Ontucht met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, artt. 247 en 248 Sr. Klachten over denatureren verklaring en bewijsminimum van art. 342.2 Sv (unus testis). HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/345
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
5 maart 2019
Strafkamer
nr. S 18/01231
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 1 februari 2018, nummer 22/003576-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft E.A. Blok, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Procureur-Generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 maart 2019.