
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:1763
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12-11-2019
- Datum publicatie
- 12-11-2019
- Zaaknummer
-
17/05750
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:936
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Economische zaak. Ten verkoop in voorraad hebben van ivoor van Afrikaanse olifant (“Loxodonta africana”), meermalen gepleegd, art. 13.1.a Flora- en faunawet (oud). 1. Geldt t.a.v. verbod op ten verkoop voorhanden of in voorraad hebben van ivoor afkomstig van Afrikaanse olifant voor verdachte minst bezwarend regime (appendix II CITES-Verdrag en bijlage B Verordening (EG) 338/97) of moet worden uitgegaan van zwaarder regime (appendix I CITES-Verdrag en bijlage A Verordening (EG) 338/97), indien niet vaststaat van welke populatie van Afrikaanse olifant ivoor afkomstig is? 2. Klachten tegen verwerping van verweren die samenhangen met EG-certificaten die met ivoor verband houden. 3. Onttrekking aan het verkeer van bewezenverklaarde 45 stuks ivoor. HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/1188
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/05750
Datum 12 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, Economische Kamer, van 1 november 2017, nummer 21/004670‑12, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de verdachte.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft Th.J. Kelder, advocaat te 's‑Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 november 2019.