
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:1384
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20-09-2019
- Datum publicatie
- 20-09-2019
- Zaaknummer
-
19/02066
- Formele relaties
-
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2019:906
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/02066
Datum 20 september 2019
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] , Marokko (hierna: belanghebbende)
tegen
de SOCIALE VERZEKERINGSBANK
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 maart 2019, nr. 17/6106 ANW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 17/2174) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene nabestaandenwet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 1 juni 2019,
gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 2 juli 2019, welke brief eveneens per gewone post is verzonden aan het door belanghebbende opgegeven adres in het buitenland, in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Hetgeen belanghebbende in haar brieven van 15 juli 2019 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.
Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet‑ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2019.