
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:109
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29-01-2019
- Datum publicatie
- 30-01-2019
- Zaaknummer
-
17/04063
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1467
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Nu het middel is ingetrokken, kan verdachte in het beroep niet worden ontvangen (vgl. ECLI:NL:HR:2001:AD4299). Samenhang tussen 17/04062 en 17/04063.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/229
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
29 januari 2019
Strafkamer
nr. S 17/04063
IV/CB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 31 augustus 2006, nummer 22/005683-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1951.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. Bij brief van 6 februari 2018 heeft de raadsman het middel ingetrokken.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het cassatieberoep.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu het middel is ingetrokken, kan de verdachte in het beroep niet worden ontvangen (vgl. HR 30 oktober 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4299).
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 januari 2019.