
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2019:1021
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25-06-2019
- Datum publicatie
- 25-06-2019
- Zaaknummer
-
17/04012
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:460
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:4807, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Medeplegen lokaalvredebreuk, art. 138.4 Sr. 1. B.m. ontbraken aanvankelijk en zijn later op verzoek van griffie HR alsnog door Hof opgemaakt. Heeft Hof ten onrechte bewijsvoering met b.m. aangevuld zonder inhoud van aanvullende b.m. weer te geven? 2. Gebruik voor bewijs van herkenning van verdachte door opsporingsambtenaar. HR: art. 81.1 RO. CAG t.a.v. klacht dat Hof heeft verzuimd uitgewerkte inhoud b.m. in arrest of aanvulling op te nemen door slechts opgave b.m. van Pr aan te vullen met nadere opgave: Aan klacht is grondslag komen te ontvallen doordat Hof alsnog in art. 365a.2 Sv bedoelde aanvulling heeft opgemaakt. Daarbij is weliswaar in art. 365a.3 Sv genoemde termijn voor opmaken van aanvulling (ruimschoots) overschreden maar tot nietigheid bestreden uitspraak of opgemaakte aanvulling leidt dat niet.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/803
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/04012
Datum 25 juni 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 15 augustus 2017, nummer 23/003009-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de verdachte.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft W.H. Jebbink, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur en aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 juni 2019.