
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2018:917
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15-06-2018
- Datum publicatie
- 15-06-2018
- Zaaknummer
-
17/01543
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2016:3497, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:617, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht, familierecht, onrechtmatige daad. Kinderen die onder toezicht zijn gesteld en uit huis zijn geplaatst, door ouders meegenomen naar buitenland. Is sprake van onrechtmatige daad van de Staat en/of Bureau Jeugdzorg in geval van teruggeleiding van de kinderen naar Nederland? Klachten over betekening; art. 430 Rv jo. art. 28 Brussel II-bis. Art. 6 en 8 EVRM. (Samenhang met HR 26 juni 2015:ECLI:NL:HR:2015:752.)
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2018/730
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
15 juni 2018
Eerste Kamer
17/01543
TT/AR
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiser 1],
2. [eiseres 2],
beiden wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. Y.E.J. Geradts,
t e g e n
1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie en Veiligheid),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie,
advocaat: mr. M.M. van Asperen,
2. STICHTING BUREAU JEUGDZORG NOORD,
gevestigd te Groningen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de ouders, de Staat en BJZ.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/424946/HA ZA 12-967 van de rechtbank Den Haag van 20 maart 2013;
b. het arrest in de zaak 200.130.141/01 van het gerechtshof Den Haag van 18 oktober 2016.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben de ouders beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat en BJZ hebben ieder afzonderlijk geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de ouders heeft bij brief van 6 april 2018 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de ouders in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 854,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van BJZ begroot op € 854,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president G. de Groot op 15 juni 2018.