
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2018:839
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 05-06-2018
- Datum publicatie
- 05-06-2018
- Zaaknummer
-
17/00519
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:559
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
Als leider deelnemen aan criminele organisatie die zich jarenlang bezighield met plegen van misdrijven (fraude met kinderopvangtoeslagen, sealbagfraude en witwassen) en diverse in dat verband begane strafbare feiten. Tegenstrijdigheid in p-v tz. in h.b., nu dit enerzijds vermeldt dat verdachte niet is verschenen doch anderzijds dat aan verdachte cautie is verleend. HR: art. 80a RO. CAG: Vermelding cautie kan worden aangemerkt als kennelijke schrijffout. Samenhang met 17/00367, 17/00517, 17/00518, 17/03078 en 17/03080.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2018/717
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
5 juni 2018
Strafkamer
nr. S 17/00519
NA/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 18 januari 2017, nummer 21/007140-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H.M.W. Daamen, advocaat te Maastricht, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft schriftelijk geconcludeerd dat het cassatieberoep met toepassing van
art. 80a RO niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom - gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal - het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A. El Mokhtari, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2018.