
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2018:2372
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21-12-2018
- Datum publicatie
- 21-12-2018
- Zaaknummer
-
17/05998
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2017:4089, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1415, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Verbintenissenrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Procesrecht. Overeenkomst van geldlening. Bewijskracht onderhandse akte. Art. 157-159 Rv.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/93
Jurisprudentie Erfrecht 2018/442
Jurisprudentie Erfrecht 2021/442
JERF Actueel 2018/442
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
21 december 2018
Eerste Kamer
17/05998
TT/MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
Mario Dennis WINTER, handelend in zijn hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater] ,
wonende te Den Haag ,
EISER tot cassatie, verweerder in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
1. [verweerder 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. C.G.A. van Stratum,
2. [verweerder 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Eiser zal hierna ook worden aangeduid als Winter q.q. Verweerder onder 1 zal hierna worden aangeduid als [verweerder 1] .
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/09/451641/HAZA 13-1094 van de rechtbank Den Haag van 3 december 2014;
b. de arresten in de zaak 200.164.733/01 van het gerechtshof Den Haag van 11 oktober 2016 en 19 september 2017.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft Winter q.q. beroep in cassatie ingesteld. [verweerder 1] heeft incidenteel cassatieberoep ingesteld. De procesinleiding en het verweerschrift tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Winter q.q. en [verweerder 1] hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor Winter q.q. toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van zowel het principale cassatieberoep als het incidentele cassatieberoep.
De advocaat van Winter q.q. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
in het principale en in het incidentele beroep:
verwerpt het beroep;
in het principale en in het incidentele beroep voorts:
compenseert de kosten van het geding in cassatie aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 21 december 2018.