
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2018:2283
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11-12-2018
- Datum publicatie
- 12-12-2018
- Zaaknummer
-
17/00985
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1181
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Rijden onder invloed (art. 8.2.a WVW 1994) en doorrijden na ongeval (art. 7.1.a WVW 1994) door onder invloed van alcohol auto te besturen, verkeersongeval te veroorzaken en plaats van ongeval te verlaten. OM n-o wegens schending van beginsel van redelijke en billijke belangenafweging, omdat medeverdachte d.m.v. strafbeschikking is vervolgd voor hetzelfde feit (art. 7.1.a WVW 1994)? HR: art. 81.1 RO. CAG: Hof heeft verweer ten onrechte in sleutel vertrouwensbeginsel gezet. Geen cassatie gelet op ECLI:NL:HR:2002:AE4268. Enkele omstandigheid dat in zaak tegen medeverdachte strafbeschikking is gevolgd, kan niet leiden tot oordeel dat OM wegens schending van beginselen van goede procesorde n-o dient te worden verklaard. Een dergelijke opvatting strookt immers niet met uitgangspunt van strafproces dat werkelijke dader van strafbaar feit in beginsel behoort te kunnen worden vervolgd, berecht en gestraft, ook al zou medeverdachte reeds voor hetzelfde feit zijn gestraft. Hof had verweer slechts kunnen verwerpen.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2019/58
NBSTRAF 2019/23
NbSr 2019/23
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
11 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/00985
AKA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 6 februari 2017, nummer 21/000585-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman en S.D. Groen, advocaat te Utrecht, hebben daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 december 2018.