
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2018:1965
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 09-10-2018
- Datum publicatie
- 17-10-2018
- Zaaknummer
-
17/01375
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1169
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Medeplegen poging diefstal d.m.v. braak in woning, art. 311.1 Sr. Laatste woord niet verleend aan ttz. aanwezige verdachte maar aan diens raadsman, art. 311.4 Sv. Uit p-v tz. in h.b. blijkt niet dat aan verdachte het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat het in art. 311.4 Sv op straffe van nietigheid gegeven voorschrift niet in acht is genomen. Volgt vernietiging en terugwijzing.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
NBSTRAF 2018/366
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
9 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/01375
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 8 februari 2017, nummer 23/002016-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben G.A. Jansen en Th.O.M. Dieben, beiden advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan
2. Beoordeling van het middel
Het middel klaagt dat de verdachte niet het recht is gelaten het laatst te spreken.
Uit het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep blijkt niet dat aan de verdachte het recht is gelaten het laatst te spreken. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat het in het vierde lid van art. 311 Sv op straffe van nietigheid gegeven voorschrift niet in acht is genomen.
Het middel slaagt.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2018.