
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2017:520
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28-03-2017
- Datum publicatie
- 28-03-2017
- Zaaknummer
-
16/02790
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1595, Niet ontvankelijk
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
Doodslag op echtgenote. HR: art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2017/443
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
28 maart 2017
Strafkamer
nr. S 16/02790
CeH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 25 april 2016, nummer 20/000343-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft J. Wouters, advocaat te Middelburg, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 maart 2017.